Evaluatieschema

Jij en je stagebegeleider vullen het evaluatieschema beiden in. Het is een werkinstrument ter voorbereiding van je eindevaluatiegesprek met je praktijklector van de opleiding. Jullie doen dit beiden zo concreet mogelijk en bereiden de eindevaluatie mondeling voor. Zo kom je niet meteen voor verrassingen te staan in het eindevaluatiegesprek.

Je zorgt voor een uitgeprinte versie bij het eindevaluatiegesprek. Zo is het evaluatiemateriaal beschikbaar, voorbereid en kan jij en/of je stagebegeleider er uit puren tijdens het gesprek.

Bij de beoordeling onderscheiden we:

• de te behalen competenties van de sociaal-cultureel werker, gebundeld in 4 rollen
• de globale grondhouding van de sociaal-cultureel werker

De omschrijvingen bij iedere rol en de grondhouding zijn bedoeld als hulpmiddel om deze te concretiseren. Niet ieder item moet expliciet aan bod komen.

Jullie geven beiden bij ieder onderdeel kernachtig een antwoord op volgende richtvragen:

• Hoe heb je tijdens je stage interesse en initiatief getoond?
• Wat was succesvol? Wat niet?
• Waarin kan je verder groeien?

Het verwachte niveau in STAGE 2, Fase 3 is het ‘integratieniveau’. Hieronder verstaan we, dat je:

• Je beheerst de competenties, zodat je als gevorderde toepast wat je leerde, ook in minder vertrouwde situaties
• Je bezit gedetailleerde kennis
• Je bent je bewust van de bredere maatschappelijke en sociale context waarin je werkt
• Je hebt inzicht in het waarom, wat, wanneer en hoe van bepaalde acties
• Je handelt genuanceerd, adequaat en planmatig
• Je reflecteert op je eigen handelen
• Je beheerst de competenties in complexe en diverse situaties
• Je bent in staat zelfstandig te leren (onder supervisie of zelfstandig)
• Je handelt bewust vanuit je eigen verantwoordelijkheid

Succes met de voorbereiding!

De praktijklectoren sociaal-cultureel werk

Toelichting doorgroei- (Fase 2) en integratieniveau (Fase 3)

Onderstaande indicatoren zijn richtinggevend voor het niveau van de stages in Stage 1 SCW (doorgroei) en Stage 2 SCW (integratie). Deze indicatoren zijn exemplarisch en gelden dus niet als een af te vinken lijst.

Doorgroeiniveau

• Je bezit en hanteert de belangrijkste referentiekaders van de opleiding en het werkveld
• Je handelt planmatig en onderbouwd
• Je bent je bewust van je eigen sterktes en aandachtspunten
• Je kan deelopdrachten zelfstandig uitvoeren in vertrouwde en matig complexe contexten, mits ondersteuning van je stagebegeleiding
• Je neemt je leerproces actief op

Integratieniveau

• Je beheerst de competenties, zodat je als gevorderde toepast wat je leerde, ook in minder vertrouwde situaties
• Je bezit gedetailleerde kennis
• Je bent je bewust van de bredere maatschappelijke en sociale context waarin je werkt
• Je hebt inzicht in het waarom, wat, wanneer en hoe van bepaalde acties
• Je handelt genuanceerd, adequaat en planmatig
• Je reflecteert op je eigen handelen
• Je beheerst de competenties in complexe en diverse situaties
• Je bent in staat zelfstandig te leren (onder supervisie of zelfstandig)
• Je handelt bewust vanuit je eigen verantwoordelijkheid